Chrétiens des deux Ourthes

La Roche-en-Ardenne – Rendeux – Tenneville (Belgique)

Lezingen van de mis

« Want levend en krachtig is het woord van God » (Hebreeën 4,12)

EERSTE LEZING: Jesaja 52, 7-10

Alle einden van de aarde
aanschouwen het heil van onze God.

Lezing uit het Boek Jesaja

Hoe liefelijk op de bergen zijn de voeten van de bode die vrede verkondigt,
die goed nieuws brengt, die redding verkondigt,
die tot Sion zegt: “Uw God regeert!”
Uw torenwachters verheffen hun stem en jubelen tegelijk,
want zij zien, oog in oog, hoe de Heer naar Sion terugkeert.
Barst uit in gejubel, allen tegelijk, puinhopen van Jeruzalem,
want de Heer heeft zijn volk getroost,
Hij heeft Jeruzalem verlost.
De Heer heeft zijn heilige arm ontbloot voor het oog van alle volkeren;
en alle einden van de aarde aanschouwen het heil van onze God.
Woord van de Heer.

PSALM 98 (97), 1. 2-3ab. 3cd-4. 5-6 (R. 3cd)

R. Alle einden van de aarde hebben het heil van onze God aanschouwd.

Zingt voor de Heer een nieuw gezang
want wondere daden heeft hij verricht:
Zijn rechterhand, zijn heilige arm,
heeft Hem de zege gebracht. R.

De Heer heeft zijn heil geopenbaard,
voor de ogen van de volken zijn rechtvaardigheid onthuld.
Zijn liefde en trouw was hij indachtig,
ten gunste van Israëls huis. R.

Alle einden van de aarde
hebben het heil van onze God aanschouwd.
Juicht voor de Heer, heel de aarde,
breekt uit in jubel en gezang. R.

Zingt voor de Heer bij het spel van de lier,
bij het spel van de lier, met luid gezang.
Onder het schallen van trompet en ramshoorn,
juicht voor de koning, de Heer. R.

TWEEDE LEZING: Hebreeën 1, 1-6

God heeft tot ons gesproken door de Zoon.

Lezing uit de Brief aan de Hebreeën

Nadat God vroeger vele malen en op velerlei wijzen
tot de vaderen gesproken had door de profeten,
heeft Hij op het einde van deze dagen tot ons gesproken door de Zoon,
die Hij erfgenaam gemaakt heeft van al wat bestaat
en door wie Hij de wereld ook heeft geschapen.
Deze is de afstraling van Gods heerlijkheid
en het evenbeeld van zijn wezen,
en Hij houdt alles in stand door zijn machtig woord.
En na de reiniging van de zonden te hebben voltrokken,
heeft Hij zich neergezet ter rechterzijde van de majesteit in den hoge,
en werd Hij zoveel verhevener boven de engelen
als de naam die Hij geërfd heeft, hen overtreft.
Want tot wie van de engelen heeft God ooit gezegd:
“Gij zijt mijn Zoon; Ik heb U heden verwekt”,
en vervolgens:
“Ik zal hem tot vader zijn en hij zal Mij tot zoon zijn”?
Wanneer Hij echter de Eerstgeborene de wereld binnenleidt, zegt Hij:
“En alle engelen van God moeten Hem hulde brengen.”
Woord van de Heer.

EVANGELIE: Johannes 1, 1-18

R. Alleluia.
Een heilige dag is over ons opgegaan;
komt, volkeren, en aanbidt de Heer,
want een groot licht is heden op aarde neergedaald.
R. Alleluia.

Het woord is vlees geworden en heeft onder ons gewoond.

In het begin was het Woord
en het Woord was bij God
en het Woord was God.
Deze was in het begin bij God.
Alles is door Hem geworden
en zonder Hem is niets geworden.
Wat geworden is in Hem, was leven
en het leven was het licht van de mensen.
En het licht schijnt in de duisternis
maar de duisternis nam het niet aan.
(Er kwam een mens, een gezondene van God;
zijn naam was Johannes.
Deze kwam om te getuigen,
omdat hij zou getuigen van het Licht,
opdat allen zouden geloven door hem.
Niet hij was het Licht
maar hij zou getuigen van het Licht.)
Het ware Licht dat iedere mens verlicht, kwam in de wereld.
Hij was in de wereld
en de wereld was door Hem geworden,
maar de wereld kende Hem niet.
Hij kwam in het zijne, maar de zijnen aanvaardden Hem niet.
Aan allen echter die Hem wél aanvaardden,
aan hen die in zijn Naam geloven,
gaf Hij het vermogen kinderen van God te worden.
Zij zijn niet uit bloed
noch uit de wil van het vlees
noch uit de wil van een man,
maar uit God geboren.
En het Woord is vlees geworden
en heeft onder ons gewoond,
en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd,
een heerlijkheid als van de Eniggeborene van de Vader,
vol van genade en waarheid.
Johannes getuigde over Hem en riep uit:
“Deze was het van wie ik zei:
Hij die achter mij komt, is vóór mij geworden,
want Hij was eerder dan ik.”
Vanuit zijn volheid hebben wij allen ontvangen,
genade op genade.
Want werd de wet door Mozes gegeven,
de genade en de waarheid kwamen door Jezus Christus.
Niemand heeft God ooit gezien:
de Eniggeboren God,
gericht op de schoot van de Vader,
heeft Hem doen kennen.

Woord van de Heer.

EERSTE LEZING: Sirach 3, 3-7. 14-17a

Wie de Heer vreest, eert zijn ouders.

Lezing uit het Boek Jezus Sirach

De Heer eert een vader in zijn kinderen,
en Hij heeft de moeder recht gegeven over haar zonen.
Wie zijn vader eert, bidt voor zijn zonden
en zal zich ervan onthouden,
en hij zal worden verhoord in zijn dagelijks gebed.
En als iemand die schatten verzamelt, is hij die zijn moeder eert.
Wie zijn vader eert, beleeft vreugde aan zijn kinderen,
en wanneer hij bidt, wordt hij verhoord.
Wie zijn vader eert, zal een lang leven genieten
en wie zijn vader gehoorzaamt, verkwikt het hart van zijn moeder.

Kind, draag zorg voor uw vader op zijn oude dag
en doe hem geen verdriet zolang hij leeft.
En als zijn verstand achteruit gaat, vergeef hem dan.
En veracht hem niet, gij die nog in volle kracht zijt.
Medelijden met uw vader zal niet worden vergeten.
Anders dan de zonden,
bouwt zij uw huis op.
Woord van de Heer.

PSALM 128 (127), 1-2. 3. 4-5 (R. vgl 1)

R.  Gelukkig allen die de Heer vrezen,
die zijn wegen bewandelen.

Gelukkig de man die de Heer vreest
en die zijn wegen bewandelt.
Van de vruchten van uw arbeid zult gij eten;
gij zult gelukkig zijn en het zal goed met u gaan. R.

Uw vrouw is als een vruchtbare wijnstok
binnen in uw huis;
uw kinderen als jonge olijfbomen
rondom uw tafel. R.

Ja, zo wordt de man gezegend
die de Heer vreest.
De Heer zegene u uit Sion;
dan zult gij de voorspoed van Jeruzalem zien,
alle dagen van uw leven. R.

TWEEDE LEZING: Kolossenzen 3, 12-21

Over het huiselijk leven in de Heer.

Lezing uit de Brief van de heilige apostel Paulus
aan de Kolossenzen

Broeders en zusters,

Bekleedt u,
als Gods heilige en geliefde uitverkorenen,
met tedere ontferming, mildheid, deemoed, zachtmoedigheid en geduld,
elkaar verdragend en elkaar vergevend,
wanneer de een de ander iets te verwijten heeft.
Zoals de Heer u vergeven heeft, zo moet ook gij vergeven.
Maar bekleedt u boven dat alles met de liefde
als de band van de volmaaktheid.
En laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
daartoe immers zijt gij in één lichaam geroepen.
En weest dankbaar.
Laat het woord van Christus in volle rijkdom onder u wonen,
wanneer gij elkaar leert en vermaant in alle wijsheid,
en wanneer gij met psalmen, hymnen en geestelijke liederen
vol dankbaarheid in uw hart zingt voor God.
En al wat gij doet in woord of werk,
doet alles in de naam van Jezus de Heer,
God de Vader dankend door Hem.
Vrouwen, weest uw man onderdanig,
zoals het betaamt in de Heer.
Mannen, hebt uw vrouw lief
en weest niet bitter tegen haar.
Kinderen, gehoorzaamt uw ouders in alles,
want dit is welgevallig in de Heer.
Vaders, tergt uw kinderen niet,
opdat zij de moed niet verliezen.
Woord van de Heer.

Evangelie: Matteüs 2, 13-15.19-23

R. Alleluia.
Laat de vrede van Christus heersen in uw hart;
het woord van Christus moge in volle rijkdom onder u wonen.
R. Alleluia.

Neem het Kind en zijn moeder en vlucht naar Egypte.

Lezing uit het heilig Evangelie volgens Matteüs

Toen de wijzen waren vertrokken,
verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef en zei:
“Sta op, neem het Kind en zijn moeder,
vlucht naar Egypte en blijf daar tot ik het u zeg,
want Herodes staat op het punt het Kind te zoeken om het te doden.”
Hij stond op,
nam het Kind en zijn moeder ’s nachts mee,
week uit naar Egypte
en bleef daar tot de dood van Herodes,
opdat vervuld zou worden
wat de Heer gesproken had door de profeet:
“Uit Egypte heb Ik mijn zoon geroepen.”

Nadat Herodes gestorven was,
verscheen een engel van de Heer in een droom aan Jozef in Egypte
en zei:
“Sta op, neem het Kind en zijn moeder en ga naar het land Israël,
want zij die het Kind naar het leven stonden, zijn gestorven.”
Hij stond op, nam het Kind en zijn moeder
en kwam naar het land Israël.
Maar toen hij hoorde
dat Archelaüs koning was van Judea
in plaats van zijn vader Herodes,
vreesde hij daarheen te gaan;
gewaarschuwd in een droom
vertrok hij naar het gebied van Galilea.
Bij aankomst ging hij wonen in een stad, Nazaret geheten,
opdat vervuld zou worden wat door de profeten gezegd was:
“Hij zal een Nazoreeër genoemd worden.”
Woord van de Heer.